Visiedocument adviesraad sociaal domein almelo
Visiedocument Adviesraad Sociaal Domein Almelo:
Geacht college, geachte leden van de gemeenteraad,
De Adviesraad Sociaal Domein gemeente Almelo wil u, met het oog op de collegevorming en het opstellen van een college- en mogelijk een raadsprogramma na de verkiezingen, enkele aandachtspunten aanreiken die ons inziens van groot belang zijn voor het sociaal domein in de komende periode. Deze notitie kan hiermee ook opgevat worden als een eerste kennismaking van het nieuwe college met de Adviesraad.
De raad heeft zich hiertoe laten informeren aan de hand het strategisch beleidsdocument Sociaal Domein 2022, wetenschappelijke literatuur, krantenberichten en gesprekken met de achterban. Een kanttekening: Gezien de huidige samenstelling van de Adviesraad, realiseren wij ons dat de onderwerpen WMO en Participatiewet nog onvoldoende aan bod komen in deze notitie. Hieronder worden de door ons bedoelde zaken puntsgewijs en in volstrekt willekeurige volgorde opgesomd.
De Adviesraad wenst het nieuwe College van B&W alle wijsheid en sterkte toe bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van het beleid binnen het Sociaal Domein. Zij hoopt op een plezierige en doelmatige samenwerking in de komende periode.
Almelo, mei 2022
Namens de adviesraad Sociaal Domein,
André Witvers (voorzitter ad interim) Hans Plas
1. De invloed van de budgetten op de zorg
Bij inwerkingtreding van de decentralisaties en transformaties in 2015 was het voor de gemeenten al snel duidelijk dat bezuinigingen van het toenmalige kabinet (Rutte II) een bepalende factor was. Gemeenten zagen zich immers genoodzaakt met een flinke budgettaire korting hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden uit te voeren. Dit in de verwachting en met de bedoeling dat gemeenten in de toekomst goedkoper en beter zouden presteren dan de verantwoordelijken voordien.
Een gevolg hiervan is dat gemeenten slimme manieren moesten vinden om met kleinere budgetten er toch voor te zorgen dat de kwaliteit van de zorg niet verminderde, in een sector waarin de zorgvraag bleef en blijft stijgen. Ook voor het nieuw te vormen college zullen beperkte financiële mogelijkheden invloed hebben op de kwaliteit van de zorg.
De Adviesraad heeft begrip voor de lastige situatie waarin de gemeenten zijn gemanoeuvreerd. Anderzijds wensen wij te benadrukken dat als de zorg te veel wordt geleid door budgetten dit vroeg of laat tot nieuwe en kostbaardere ingrepen leidt. En bovenal: diverse verdragen, zoals die van de Verenigde Naties, hebben vastgelegd dat mensen recht hebben op juiste en voldoende zorg. “Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IRVK) stelt dat ieder kind het recht heeft om zich in veiligheid te ontwikkelen en in geborgenheid op te groeien. En als daarbij hulp nodig is, dan moet die hulp van goede kwaliteit, beschikbaar, passend en betaalbaar zijn”. Er zijn naar ons idee verschillende voorbeelden aan te wijzen waarbij zorg vanuit dit perspectief bekeken wordt. Bijvoorbeeld de rol van praktijkondersteuners in de groepshuisartsenpraktijken: Deze ondersteuners hebben in hun taakomschrijving kunnen lezen dat zoveel als mogelijk vermeden dient te worden dat de huisarts minderjarigen en hun ouders verwijst naar de dure specialistische zorg. Ook valt te denken aan de functie van wijkteams, zij dienen eerst te kijken of de aangemelde problematiek afgehandeld kan worden door een voorliggende voorziening.
Daarbij kan de veelvuldig genoemde en geroemde opvatting dat de Positieve Psychologie in het Almelose sociale domein de basis voor het zorg-handelen dient te zijn, ook gezien worden in het licht van streven naar kostenbeheersing: Kijken naar wat een mens kan is behandelmatig goedkoper dan kijken naar wat er aan schort. De opvatting dat patiënten/cliënten al om een oplossing vragen terwijl er nog geen sprake van een probleem is, ligt op de loer. Terwijl passende zorg soms gewoon nodig is.
1.1. Passende zorg blijft nodig
Coalitiepartners, te weten De Nationale Ombudsman, de Kinderombudsman, de Raad Volksgezondheid en Samenleving, de NZA en de Inspectie Volksgezondheid en Jeugd stellen in hun vervolgrapportage “Samen verder” dat de discussie of onduidelijkheid over “wie betaalt?’ geen geldige reden is voor het uitblijven van passende zorg. Budgetplafonds, tekorten, wel of geen contract: Het zijn obstakels die achter de schermen aan de orde zijn, maar die kinderen, gezinnen en cliënten niet mogen uitsluiten van passende zorg.
Kostenbesparingen spelen een belangrijke rol in de keuze welke hulp wordt ingezet. De inkoop van specialistische jeugdhulp, bijvoorbeeld, wordt nu te veel beïnvloed door financiële prikkels en is niet gerelateerd aan gedeelde kwaliteitsstandaarden. De op output gerichte financiering zorgt voor prijsopdrijving en stimuleert het inzetten van korte interventies, gericht op lichte problematiek.
Goedkopere aanbieders komen in de plaats van gespecialiseerde aanbieders, maar zij kunnen in de praktijk aan de meest complexe jeugdigen en gezinnen niet altijd de hulp bieden die nodig is of aan professionele richtlijnen voldoen. Dit hangt deels samen met de transformatieopdracht om zo vroeg mogelijk zo licht mogelijke hulp in te zetten, zodat zwaardere en duurdere (specialistische) jeugdhulp niet nodig is. En deels hangt dit samen met de bezuinigingsopdracht: specialistische (jeugd-)hulp is (te) duur.
Bronnen:
Nederlands Jeugd Instituut, het groeiend jeugdzorggebruik, duiding en aanpak “ Zo schat het CBS dat in de jaren 2016 tot en met 2018 per jaar zeker 25 procent van de trajecten een herhaald beroep op jeugdzorg betrof. Dat alles betekent dat het systeem langzaam volstroomt met cliënten, die niet snel weer zonder hulp verder”.
CBS, dec. 2020 De inzet van wijkteams en praktijkondersteuners jeugd bij huisartsen leidt nog niet tot een verschuiving van (dure) tweedelijns jeugdzorg naar (goedkopere) lichte hulp dicht bij huis. Die verschuiving van zware naar lichte hulp was wel de bedoeling van de decentralisatie van de jeugdzorg.
CPB, dec. 2020 en Binnenlands Bestuur, dec. 2020 De decentralisatie jeugdzorg in 2015 is gepaard gegaan met een budgetkorting van 12,5 procent van het macrobudget; 450 miljoen euro per jaar. De verwachting was dat gemeenten eerder jongeren konden bereiken, zodat ze met lichte hulp geholpen zou kunnen worden en het aantal verwijzingen naar (dure) gespecialiseerde tweedelijns zorg zou dalen. ‘Vooralsnog heeft deze verwachte verschuiving zich niet gemanifesteerd’, concludeert het CPB. Prof. D.J. Elzinga, RUG, “Gemeenten zijn de afgelopen decennia en in een hoog tempo ‘overladen met een veelheid aan taken en bevoegdheden’.
18-02-22 In: Binnenlands Bestuur. Sociaal Cultureel Planbureau, Uitdagingen in het sociaal domein, uitdagingen voor de nieuwe gemeenteraden,
15-03-2022, diverse auteurs. Follow the money, Jeugdzorg in het rood,
De gemeenten zouden jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal zorgaanbieders is gestegen van 120 in 2014, naar zo’n 6.000 nu. En inmiddels ontvangt één op de tien Nederlandse kinderen een vorm van jeugdzorg. Februari 2022, diverse auteurs dossier Jeugdzorg Nationale Ombudsman, Inspectie Gezondheidszorg, Nederlandse Zorg Autoriteit, e.a., Samen verder, Kinderen en gezinnen met complexe problemen samen verder helpen, maart 2022. Onder andere werken aan een nieuw kwaliteitskader (in overeenstemming met het kinderrechtenverdrag).
1.2 Zelfredzaamheid en eigen kracht
Vanwege de hoge frequentie waarmee deze twee begrippen in diverse Almelose en landelijke beleidsnota’s voorkomen, krijgt de Adviesraad de indruk dat deze begrippen als een fundament van de decentralisatie beschouwd kunnen worden. Dit past bij het rond 2015 vigerend overheidsbeleid dat uitging van de ‘eigen verantwoordelijkheid’, de ‘zelfredzaamheid’ en de ‘eigen kracht’ van de burger, alvorens een beroep te doen op de voorzieningen van de staat. Of het nu gaat om onderwijs, criminaliteit, veiligheid of zorg: in allerlei beleidsdomeinen is de ‘burger aan de bal’ (Tonkens, 2006). De aanname hierbij is dat als het om zorgverlening gaat effectieve hulpverlening in de eerste plaats gevonden moet worden binnen het sociale netwerk van cliënten zelf. Zo houdt iedereen zeggenschap en regie over zijn of haar eigen leven (Nederlands Jeugd Instituut, 2010). Een burgerschapsopvatting vanuit rechten naar plichten. Een beter milieu? Begin bij jezelf! Almelo doet mee. Burgernet als criminaliteitsbestrijding. De zelfscanner in de supermarkt. En als ook een grote roerganger als Sigmund Freud zich al positief heeft uitgelaten over het belang van de zelfredzaamheid: Wat is er dan nog te klagen?
We willen toch twee kritische kanttekeningen plaatsen. Allereerst is bij veel multiprobleemgezinnen de nadruk en inzet op sociaal kapitaal dubieus. Deze is bij dergelijke gezinnen vaak onvoldoende. Veelal van generatie op generatie, zoals dat ook in Almelo vaak het geval is. Dan is een beroep op dergelijk kapitaal niet zinvol. “Beroep op de zelfredzaamheid kan hier eerder de problemen verergeren dan verminderen” (Kromhout et al., 2020). Het enkelvoudig aanspreken op de eigen autonomie van de cliënt doet zeker in de zorg geen recht aan de meervoudigheid van de problematiek, belangen en normatieve overtuigingen in deze sector. Of in gewoon Nederlands: soms is er veel meer nodig. De Adviesraad spreekt de verwachting uit dat het nieuwe College verantwoordelijkheid wenst te dragen van de zorgverlening aan cliënten op en voor wie de zelfredzaamheid en eigen kracht niet of minder toepasbaar is.
Bronnen:
Geen kind buiten spel’ Beleidsbrief Stelselwijziging jeugd, Den Haag 08-11-2011
De bal bij de burger: burgerschap en publiek moraal in een pluriforme, dynamische samenleving (rede).
Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Tonkens, E. (2006). NJI Eigen kracht versterken jeugd en ouders Wat weten we? Literatuuronderzoek naar de stand van zaken.
Binnenlands Bestuur dec. 2020. Ook gemeenten zelf moeten in hun eigen gemeentehuizen de discussie aangaan over het gewenste voorzieningenniveau, zeker nu uit het onderzoek naar voren is gekomen dat inzet op preventie en vroeg-signalering niet tot een kostenverlaging op de lange termijn gaat leiden. Eigen Kracht Centrale, organisatie en ondersteuner van deze methodiek, sinds 2000.
Strategische beleidsnota Sociaal Domein, Almelo, 2022, Terug naar normaal.
Sociaal Cultureel Plan Bureau, Sociaal Domein op koers? November 2020. https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2020/11/16/sociaal-domein-op-koers
Een onsje minder eigen kracht en zelfredzaamheid mag wel, prof. I. Weijers, Tijdschrift Sociale Vraagstukken, okt. 2018
Sociaal Werk Nederland, “Eigen kracht” is een beleidsverhaal dat niet strookt met de werkelijkheid, T. van Oosterom, sept.2018.
2. Onderzoek en evaluatie
“Door de beperkingen in de effectiviteit van de jeugdzorgpraktijk blijft een deel van de kinderen en jongeren lang in het systeem, gaan ze van de ene hulp naar de andere, of komen ze na verloop van tijd opnieuw in het systeem. Zo schat het CBS dat in de jaren 2016 tot en met 2018 per jaar zeker 25 procent van de trajecten een herhaald beroep op jeugdzorg betrof. Dat alles betekent dat het systeem langzaam volstroomt met cliënten, die niet snel weer zonder hulp verder kunnen”. Aldus onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Waar het de Adviesraad in dezen om gaat is dat er bijna geen maand voorbijgaat waarin geen onderzoeksresultaat m.b.t. de inspanningen bij de decentralisaties en transformaties van de zorg verschijnt. De teneur van deze (landelijke) uitslagen maakt de lezer niet altijd vrolijker. Bij de bronnen aan het eind van deze paragraaf worden enkele onderzoeken aangehaald. 2.1 Evaluatie Het brengt de Adviesraad tot de vraag of er in het Almelose een systeem functioneert waaruit de beslissers, periodiek, de resultaten/de effectiviteit van alle inspanningen die worden geleverd door de gedecentraliseerde zorg- en hulpverleners kunnen aflezen. Mogelijk bestaat een dergelijke meting al (lang?) en is de Adviesraad onvoldoende op de hoogte. In de strategische beleidsnota sociaal domein lezen we wel teksten over de prestatie-indicatoren maar het is hierbij moeilijk te beoordelen of het hier ook de resultaten en/of effectiviteit van de inspanningen in het primair proces betreft. Met alle slagen om de arm doet de Adviesraad nu toch een poging tot advies, namelijk om tot een werkbare en effectieve meting van de resultaten binnen het primaire proces te komen. De Adviesraad kan zich voorstellen dat het van groot belang is te weten of de ook in het Almelose aan de decentralisaties verbonden verwachtgingen en uitgangspunten (effectiever en efficiënter) worden gehaald. Kunnen de verzamelde, vastgestelde en vastgelegde SMART geformuleerde doelen uit het zorgplan bij een outcome-onderzoek de basisgegevens vormen?
Gezien de opbouw van het sociaal domein in Almelo zouden de onderzoeksvragen dan kunnen zijn:
- Is de inzet van de voorliggende voorziening voldoende geweest om de gestelde doelen te halen?
- Zijn de doelen van de cliënt(en) bij de inzet van het wijkteam gerealiseerd?
- Zijn de doelen bij de inzet van de maatwerkvoorzieningen gerealiseerd?
Hoogstwaarschijnlijk is de respons op het in de Jeugdwet verplicht gestelde onderzoek naar de tevredenheid met behulp van eindgesprek met de minderjarige over zijn/haar in het plan gestelde en gehaalde doelen aanmerkelijk hoger dan bij het thuis online invullen van een vragenlijst. Zoals recent is gebeurd.
Bronnen:
Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Almelo 2019, Smart omschreven doelen in zorgplan
Verordening jeugdhulp gemeente Almelo 2019
Rapport tevredenheidsonderzoek Almelo 15-09-2021, respons minderjarigen vanaf 16 jr.: 10,3%. De vraag is of aan de voorkant (realistische) doelen met de cliënt worden gesteld en of deze doelen geëvalueerd worden. En op basis waarvan besloten wordt met de ondersteuning door te gaan en welke rol de gemeente hierin speelt.
2.2. Onderzoek en analyse
De Adviesraad vraagt zich op meerdere plekken in de strategische beleidsnota sociaal domein af of er een voldoende analyse aanwezig is om te kunnen kijken waar daadwerkelijk de grootste problemen liggen. Zijn de problemen en de achtergronden voldoende in beeld gebracht? Op een aantal plekken in de strategische beleidsnota is het niet altijd helder of er sprake is van onderzoeksresultaten of aannames. Dit geldt bijvoorbeeld voor de tabellen met cijfers over het aantal inwoners met een uitkering. Daar kan een flinke variatie zijn in problematiek en redenen waarom die mensen in de bijstand zitten. Zoals in een eerder schrijven al gesteld, geldt het gemis aan voldoende analyse zeker bij diverse uitspraken over “het kunnen vinden van de weg naar de gemeente” en “het sneller dan voorheen ervaren van een probleem ”en in het kielzog daarvan “hulpverleners die al klaar staan met een aanbod nog voordat er een probleem is”. Voor verdere advisering over deze aannames in met name het (oorspronkelijke) Voorwoord verwijzen wij u graag naar de betreffende adviesbrief van februari 2022, gericht aan het politiek beraad over de strategische beleidsnota. De adviesraad adviseert u de ondertitel “Terug naar normaal” daarom niet meer te gebruiken.
Bronnen:
JBO (Jeugd Bescherming Overijssel), Tubantia “Door de transitie hebben ouders nu te maken met veel meer instellingen; in iedere gemeente zijn zaken anders geregeld, alles is versnipperd. De meest gehoorde klacht van ouders bij ons is dan ook dat ze veel te vaak opnieuw hun verhaal moeten vertellen. Terwijl dat met de komst van de decentralisaties juist afgelopen zou moeten zijn”.
Centraal Planbureau dec. 2020 De inzet van wijkteams en praktijkondersteuners jeugd en ggz bij huisartsen leidt nog niet tot een verschuiving van (dure) tweedelijns jeugdzorg naar (goedkopere) lichte hulp dicht bij huis. Die verschuiving van zware naar lichte hulp was wel de bedoeling van de decentralisatie van de jeugdzorg. Sociaal Cultureel Plan Bureau Ook het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelde in een vorige maand verschenen rapport dat er nog geen sprake is van een verschuiving van zware naar lichte hulp. Onder meer daardoor heeft het SCP grote twijfels of de beoogde besparingen op met name de jeugdzorg en de WMO wel kunnen worden gerealiseerd.
Defence for Children De juiste zorg en ondersteuning blijft vaak uit voor kinderen en ouders wanneer een uithuisplaatsing dreigt of daadwerkelijk plaatsvindt. Dit blijkt uit onderzoek van kinderrechtenorganisatie, die alarm slaat over het jeugdbeschermingsstelsel. Waaronder de forse problemen bij de zogenoemde jeugdzorg+
Hugo de Jonge Gemeenten moeten gaan samenwerken in de jeugdzorg. Er komen 42 regio’s waarin gemeenten de specialistische zorg samen moeten regelen. Deze regio’s moeten in langlopende contracten reële prijzen afspreken met zorgaanbieders.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Eetstoornissen, suïcidale gedachten, verslavingen: al vóór corona stonden minderjarigen met dit soort complexe psychische problemen te lang op een wachtlijst voor een behandeling. De coronacrisis heeft deze situatie verslechterd, blijkt uit een recent rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Het is een alarmerend rapport, over het rap stijgende aantal jongeren met complexe problemen dat veel te lang moet wachten op hulp – soms meer dan een jaar.
Tubantia jan. 2017. Karakter heeft extra boekhouders aan moeten aanstellen om door de hele brei aan verschillende regelgevingen van gemeenten te komen. Het is een enorme inspanning om te zorgen dat het verdiende geld binnenkomt,” merkt ook Joost van den Brink, transitiemanager bij Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie. “Dat gaat ten koste van de zorg.”
De groene Amsterdammer, Wachtlijsten in de psychische zorg, Pierre de Winter, febr. 2022
2.3 Maatwerk
In de beleving van veel mensen, ook van de leden van de Adviesraad, is iedere zorg die verleend wordt per definitie maatwerk. Dat wil zeggen: Verleende zorg wordt op maat geleverd, aangepast aan de noden van degene die geholpen wordt. In diverse nota’s van de gemeente wordt bij de Adviesraad de indruk gewekt dat er “twee soorten zorgverlening” zouden bestaan: maatwerk en zorgverlening door een voorliggende voorziening. Deze laatste vorm is dan geen maatwerk. De adviesraad vraagt zich af welke definitie met het woord maatwerk wordt bedoeld en of dit onderscheid wel duidelijk gemaakt wordt. Of wordt met Maatwerk de methode bedoeld, zoals die is beschreven door o.a. Movisie?
Bronnen:
Movisie, Methodebeschrijving Maatwerk, Databank Effectieve sociale interventies, E. Kok, December 2011
3. Kwaliteit
Uit diverse berichten in bijvoorbeeld de pers is het de Adviesraad duidelijk geworden dat de gemeente fors inzet op de aanpak van fraudeleus/crimineel handelen door organisaties die de aan hun toevertrouwde zorg leveren. Inmiddels geldt Almelo landelijk als voorbeeld van de aanpak van deze vorm van ondermijning. Ook het gebruik van de wet Bibob, een wet die overheidsinstanties de mogelijkheid geeft om te onderzoeken of een bedrijf of persoon wel eerlijk is over wat hij of zij de gemeente aan informatie verstrekt, hoort bij deze aanpak. Vanzelfsprekend is het een goede zaak dat voorkomen en bestreden wordt dat malafide zorgondernemers misbruik maken van overheidsgeld en dat veelal kwetsbare inwoners van de stad door malafide optreden in een nog kwetsbaardere positie komen. Als basis voor een bonafide bedrijfsvoering is volgens de Adviesraad een goede samenwerking tussen zorgondernemers en gemeente ook van groot belang. Een dergelijke samenwerking is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en op het onderschrijven van het belang van het leveren van goede kwaliteit van zorg. Daartoe functioneren in de meeste gemeenten de contracteisen, waarin geregeld is aan welke eisen de aanbieder dient te voldoen. Dit heeft ook betrekking op het zorgaanbod. Veel gemeenten hebben in hun contracteisen opgenomen dat de uitvoerende organisatie een kwaliteits- (management)systeem dienen te hebben. Bij een dergelijk kwaliteitsmanagementsysteem gaat het om de vraag: hoe kunnen wij ons verantwoorden op het onderdeel kwaliteit op een betekenisvolle manier, zodat het ook werkelijk van betekenis is. Gericht op het primaire proces voor cliënten/patiënten en medewerkers. De Adviesraad heeft de gemeente gevraagd op welke wijze zij welke kwaliteitseisen stelt aan de door haar te contracteren aanbieders van zorg. Hiertoe ontvingen wij de Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Almelo 2019 met in hoofdstuk V de kwaliteitseisen en de aanbestedingsteksten van Almelo en Hof van Twente. Aangezien deze beleidsregels zowel voorschrijvend als nogal kwantitatief en algemeen zijn gesteld adviseren wij u te komen tot een voortdurende dialoog met zorgaanbieders over kwalitatieve (= effectieve) ondersteuning en zorg. Een voortdurende dialoog over kwaliteit is wat de adviesraad betreft een cruciaal onderdeel in het kwaliteitsdenken in het sociaal domein. Nu is het nog vaak zo dat gemeenten vinden dat de aanbieders hun diensten of producten te zeer opkloppen en daarvoor een te hoge prijs vragen en aanbieders vinden dat (samenwerkende) gemeenten voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Hierdoor ligt de prioriteit en het accent in de gesprekken vaak en vooral op het organiseren en betaalbaar houden van de ondersteuning of hulp.
Zie ook: Hoofdstuk 1. Kosten. Gesprekken over wat over en weer verstaan wordt onder ‘kwaliteit’ en (na het sluiten van het contract) de daadwerkelijke prestatie tussen opdrachtgever- en opdrachtnemer kan naar ons idee frequenter plaatsvinden. Mogelijk gaan de gesprekken nu nog te veel over de beheersing van de kosten en de tarieven. Een proactieve dialoog, gericht op toetsing van de geleverde kwaliteit of kwaliteitsverbetering lijkt van groot belang. Zie ook: Hoofdstuk 2. Onderzoek en evaluatie.
Daartoe kan het ontwikkelen van kwaliteitshandboeken van en bij de te contracteren organisaties een bruikbaar middel zijn. In deze handboeken heeft de organisatie nauwkeurig de kwaliteitseisen die zij stelt aan de diverse stadia van hun processen vastgelegd en de wijze waarop de organisatie de periodieke check op haar kwaliteitshandboek heeft geregeld. Dergelijke handboeken zijn digitaal vanaf het bureau van iedere medewerker te benaderen.
De eerder door de gemeente Almelo aangeleverde stukken kunnen prima als een basis dienen voor dergelijke handboeken. Ook de sinds kort ingerichte kwaliteitstafels, een multidisciplinair overleg (?) ten behoeve van het toekennen van de juiste zorg kunnen materiaal aandragen voor dergelijke handboeken. De voor zorgverleners leesbare HKZ-certificatieschema’s van de verschillende sectoren kunnen als werkbare uitgangspunten voor een handboek dienen. Zie ook de bronnen hieronder. Om de samenwerking en het kwaliteitsbeleid vorm te geven heeft de gemeente Deventer bijvoorbeeld een kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein ( jeugd, wijkteams, Wmo e.d.) aangesteld die verantwoordelijk is voor het optimaliseren van de kwaliteit van de dienstverlening en het continu verbeteren en borgen van de verschillende processen.
Bronnen:
Gemeente Almelo Gemeente Hof van Twente, Beschrijvend document Inzake de openbare aanbesteding “Ondersteuning op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015, 05-06-2018
Gemeente Almelo Gemeente Hof van Twente, Programma van Eisen bij de openbare aanbesteding “Ondersteuning op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015
Gemeente Almelo Gemeente Hof van Twente, Concept Raamovereenkomst Ondersteuning op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015
Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Almelo 2019
Verordening jeugdhulp gemeente Almelo 2019
RTL Nieuws, 31-03-2022, Zorgbestuurders amper gecheckt op dubieus verleden, nieuwe wet faalt (ook)
Zorg en sociaal web, kennisbank, oktober 2021
Gemeente Deventer, opdrachtomschrijving Kwaliteitsmedewerker Sociaal Domein, website Freep.
HKZ, ISO 9001, normenstelsel Zorg.
Stichting HKZ Utrecht, Certificatieschema Maatschappelijke Hulp- en Dienstverlening ( Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening), diverse jaargangen Stichting HKZ Utrecht, Certificatieschema Geestelijke Gezondheidszorg, diverse jaargangen Stichting HKZ Utrecht, Algemeen Organisatiedeel, alle sectoren; rubrieken 4 t/m 9, waaronder het Beleids-en Kwaliteitsmanagementsysteem, Medewerkers, Actueel houden aanbod, inkoop en uitbesteding en documentatie, diverse jaargangen. In deze rubriek kunnen ook de sancties worden opgenomen ingeval de uitvoerder niet (meer) voldoet aan de door gemeente en organisatie afgesproken en vastgelegde normen voldoet. In een taal die alle betrokkenen kunnen lezen.
4. Samenwerking
In de Adviesraad Sociaal Domein Almelo hebben een aantal leden van de enkele jaren geleden opgeheven Beleidsadviescommissie Maatschappelijke Aangelegenheden (Bacma) zitting genomen. Uit de pre-decentralisatie- en transformatiefase (± 2012- 2015) hebben deze leden soms een defensieve houding bij de gemeentelijke organisatie ervaren. Bijvoorbeeld om samen met de zorgaanbieders en andere ketenpartners te zorgen voor de borging van een meer dan voldoende samenwerkingsrelatie. De veelvuldig gehoorde boodschap vanuit het stadhuis in deze jaren was: “Voorkomen moet worden dat de slager zijn eigen vlees keurt”. Vooral gekoppeld aan Bacma-adviezen die pleitten voor bundeling en samenwerking van de diverse expertisegebieden. Ook de kennis in het stadhuis van de verschillende zorgvormen, behandelmethodieken en diagnostische mogelijkheden bleek beperkt. De wind die in het Huis van de Stad waaide was: “Wij hebben niks te zeggen, mogen enkel betalen”. Dat moet echt anders. Deze onbekendheid, de ramen dicht en een naar defensie neigende attitude bevorderde o.a. de samenwerking niet. De recente berichten van voormalig staatssecretaris Blokhuis over de gewenste regionale samenwerking tussen de gemeenten, naar aanleiding van de extra gelden voor de jeugdzorg, bepleiten een meer op samenwerking ingestelde houding. In dit geval tussen gemeenten en ten behoeve van bepaalde problematiek(en). De Adviesraad is van mening dat een voortgaande samenwerking ook met zorgaanbieders en/of het bedrijfsleven wenselijk is.* Regio’s kunnen ervoor kiezen om een aantal vertegenwoordigers van verschillende branches te laten participeren in werkgroepen. Partners die vaak genoemd worden, zijn onderwijsinstellingen (vooral vanwege de samenhang met het Passend Onderwijs), de Raad voor de Kinderbescherming (voor de aansluiting met het gedwongen kader), cliëntenorganisaties (om principes van eigen kracht en regie te verwezenlijken in beleid en uitvoering), jeugdzorgaanbieders, waaronder de ggz, en huidige financiers. De adviesraad meent dat op het gebied van de triage en de outcome (resultaten) nog de nodige winst te behalen is. Kennis en betrokkenheid van specialistische organisaties kunnen beter verbonden worden met de huidige praktijk in de gedecentraliseerde zorgverlening. De gemeente kan verbindingen leggen tussen de verschillende soorten van (lichte en specialistische) hulp, en met de kinderopvang en met alle vormen van onderwijs. Of, op het gebied van de preventie, met de consultatiebureaus (bijvoorbeeld “preventieve huisbezoeken bij ouders die een eerste kind verwachten”). Doe het samen!
Bronnen:
Nederlands jeugd Instituut, monitoring en samenwerking, kwaliteitsverbetering, dr. A. Donker
Rathenau Instituut, Gezond Verstand, samenwerking om de kennis over gezindheidszorg niet te laten versnipperen, 2017.
Strategisch beleidsplan Sociaal Domein 2022, Terug naar normaal, Almelo, zonder datum.
Hans de Boer Voorzitter VNO-NCW, over samen beleid ontwikkelen, samenwerking overheden, zorginstellingen en bedrijfsleven. Juli 2020
Jeugdzorg Nederland: Gemeenten, samenwerken gaat niet vanzelf. A. van Zon.
Regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland. 2022 Ook gemeenten kunnen veel betekenen in het aanjagen van de juiste samenwerkingsverbanden. Match tussen technologie en sociaal domein.
* Op geleide van zorginhoudelijke afspraken
Medicalfacts.nl, een medische nieuwssite gericht op professionals in de zorg “Met zorg ondernemen. Bouwstenen voor succesvolle samenwerking tussen ondernemers en langdurige zorg”. M. Timmer, febr. 20l8